In het kort

In de regio West-Friesland is dossieronderzoek hartfalen uitgevoerd in de huisartsenpraktijken. De huisartsen en praktijkondersteuners voeren het dossieronderzoek uit. Een belangrijke element hierbij is dat de poli cardiologie laagdrempelig en direct telefonisch bereikbaar is voor vragen en overleg.

Voor het dossieronderzoek zijn alle patiënten met codering hartfalen in het huisartsen informatiesysteem (HIS) nagelopen op juistheid van diagnose, type hartfalen, hoofdbehandelaarschap en deelname aan ketenzorg.

Daarnaast zijn er praktijkbezoeken uitgevoerd door de verpleegkundig specialist hartfalen en de Zorgcoördinator Huisartsenorganisatie West-Friesland bij alle huisartspraktijken.

Vanuit deze beginsituatie wordt in West-Friesland toegewerkt naar het verplaatsen van zorg. In overleg wordt op basis van de terugverwijscriteria gestreefd naar een verhouding hoofdbehandelaarschap huisarts/specialist van 40/60, waar dit nu 30/70 is, mits dit passend is voor de patiëntenpopulatie.
Het doel van het dossieronderzoek is om de registratie van het type hartfalen naar 90% te krijgen. In korte tijd is het al bij 72% van de patiënten gelukt om het type hartfalen en het hoofdbehandelaarschap vast te stellen.

Wie zijn er bij betrokken?

• Zorgcoördinator Huisartsenorganisatie West-Friesland (consulterende rol)
• Kaderhuisarts (consulterende rol)
• Cardioloog (consulterende rol)
• Verpleegkundig specialist hartfalen (consulterende rol)
• Huisartsen (uitvoerende rol)
• Praktijkondersteuners (uitvoerende rol)

In West-Friesland en de Wieringermeer heeft elke huisartsenpraktijk een eigen zorgcoördinator. De zorgcoördinator is het vaste aanspreekpunt binnen HWF. Elke praktijk kan bij de eigen zorgcoördinator terecht met alle vragen. Dit kunnen vragen zijn over de zorgprogramma’s, maar ook vragen zijn die bijvoorbeeld gaan over bepaalde digitale ontwikkelingen.

Waarom is het van belang?

• Identificeren van type hartfalen: door dossieronderzoek uit te voeren, wordt het type hartfalen gecontroleerd van patiënten waarbij het type hartfalen bekend is en geïdentificeerd bij patiënten waarvan het type hartfalen nog onbekend was. Dit geeft een overzicht van de patiëntenpopulatie op hartfalen in de regio.
• Hoofdbehandelaarschap bepalen: dossieronderzoek kan ook helpen bij het bepalen van de hoofdbehandelaar. Dit is belangrijk voor het coördineren van de zorg en het waarborgen van een gestructureerde aanpak van de behandeling.
• Draagt bij aan het mogelijk terugverwijzen van “stabiele” hartfalenpatiënten van de 2^e naar 1^e lijn

Wat levert het op?

• Snellere inclusie van patiënten in keten HVZ
• Het doel van het dossieronderzoek is om de registratie van het type hartfalen naar 90% te krijgen. In korte tijd is het al bij 72% van de patiënten gelukt om het type hartfalen en het hoofdbehandelaarschap vast te stellen.
• Verhouding hoofdbehandelaar huisarts/specialist wordt inzichtelijk gemaakt en kan worden bijgesteld indien dit mogelijk is.

Tips & tricks

• Om het proces van het dossieronderzoek en de inclusie in de keten HVZ te versnellen worden alle praktijken bezocht door een verpleegkundig specialist hartfalen samen met de Zorgcoördinator Huisartsenorganisatie West-Friesland. Regelmatig schuift kaderhuisarts of cardioloog ook aan.
• Goede samenwerking tussen het ziekenhuis en de zorggroep is van belang, waarbij ook laagdrempelig contact mogelijk moet zijn bij vragen. Dankzij de laagdrempelige consultatiefunctie en de praktijkbezoeken nam het tempo van het uitvoeren van het dossieronderzoek enorm toe.

Meer informatie

Bijlage 1. Slides dossieronderzoek HF patiënten – Vanaf pagina 58

Connect regio West-Friesland