Actieonderzoek Implementatie Leidraad POB

Aandacht voor patiënten met pijn op de borst

Pijn op de borst (POB) komt veel voor en kan verschillende oorzaken hebben. Defensieve geneeskunde ligt op de loer, immers het missen van een Acuut Coronair Syndroom heeft een enorme impact op de patiënt en zorgverleners. Een deel van de patiënten met POB wordt, zonder dat daar een medische noodzaak voor is, doorverwezen naar de cardioloog.

In 2019 is door het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG) de NHG-standaard Stabiele Angina Pectoris gepubliceerd, op basis waarvan de huisartsen de juiste diagnose kunnen stellen en de keuze kunnen maken om de patiënt al dan niet door te verwijzen naar het ziekenhuis. Vervolgens is in 2020 de Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Stabiele Angina Pectoris gepubliceerd, waarin de NHG en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) gezamenlijke afspraken hebben gemaakt over het door- en terugverwijzen van POB-patiënten.

Om de professionals te ondersteunen in dit veranderproces, is in 2021 de Leidraad Zorgproces Pijn op de Borst gepubliceerd. Deze leidraad is een handvat voor regio’s om de zorg voor POB-patiënten samen te verbeteren en is gebaseerd op de NHG-standaard en de LTA.

Actieonderzoek en tussenresultaten

De regio’s Den Haag en Leiden zijn actief aan de slag gegaan met de leidraad omdat zij de urgentie voelen om de POB-zorg in de regio beter te organiseren. De implementaties in deze regio’s wordt door het LUMC gevolgd door middel van een actieonderzoek. De eerste stap in de regio’s was het vertalen van de LTA naar een RTA (Regionale Transmurale Afspraak). Aan de hand van deze RTA werden de bepalende interventies onder de aandacht gebracht bij de zorgprofessionals. Na een eerste PDCA-cyclus bleek het in de praktijk erg lastig vaste routines in door- en terugverwijsgedrag te doorbreken. Hoewel in de regio Leiden het aantal verwijzingen naar de cardioloog licht gedaald is dankzij het gebruik van een verwijstool in het huisartseninformatiesysteem, is de doelstelling om 25% minder ziekenhuisverwijzingen te realiseren, niet gehaald. Een andere bevinding na de eerste PDCA-cyclus was dat het gebruik van de website thuisarts.nl een positieve invloed heeft bij patiënten om niet ‘onnodig’ naar de (spoed)zorg te stappen. Wat een grote winst is, is dat de (kader)huisartsen en de cardiologen dankzij het actieonderzoek in goede dialoog met elkaar zijn over de POB-zorg.

Vervolg

Het actieonderzoek loopt door tot medio 2024. De PDCA-cyclus wordt nogmaals doorlopen waarna opnieuw de ‘zachte’ en ‘harde’ bevindingen gerapporteerd worden. De geleerde les uit de eerste PDCA is om scholingen te herhalen en te evalueren. Het is een bekend gegeven dat nieuwe richtlijnen jaren nodig hebben om goed te landen bij de doelgroep (tot wel acht jaar), regelmatig scholingen aanbieden is dus cruciaal. Om versnelde adoptie van de RTA te realiseren, hebben de regio’s ook besloten een gedragspsycholoog in te schakelen: wat weerhoudt de arts van het goed volgen van de RTA? Wat zit daar achter? Waarom is het lastig om het gedrag in de spreekkamer te veranderen? Verder blijkt ook dat er een bepaalde groep huisartsen relatief vaak doorverwijst. Het is nog niet bekend hoe dit komt. Hebben zij een andere patiëntpopulatie? Komen zij niet naar de scholingen? Wijken zij met goede redenen van de richtlijnen af? In de volgende fase van het actieonderzoek gaan Den Haag en Leiden aan de slag met deze nieuwe interventies.